maandag 24 september 2007

Het leek wel oorlog

dat de eerste klanken van de band waar we voor gingen van het podium afbraakten.

We komen binnen in de veronderstelling dat ze gelijk zouden beginnen maar nee niets is minder waar. Dat er voor iets heeft "gespeeld" is een feit maar wat daar op het podium gebeurde, daar lusten de honden geen brood van. Het kon alleen nog maar beter worden, de band waar we voor gingen.

Nog nooit heb ik van zo dichtbij oorlog meegemaakt. Ze waren boos, waarop, daar ben ik nog niet niet achter. Op de mensheid, op Bush, iets anders, u zegt t maar, ik sla de teksten er nog eens op na.

De drummer, fascineren, dat deed ie zeker. Hij was ook boos, zo hard en strak, het leek wel oorlog in een 30 man tellende zaal waar er 600 in kunnen. Maar nee, het waren geen bommen die door de tent galmden, het was de bassdrum waar kneiterhard tegen getrapt werd. Het waren geen mitrailleurs waar de trekker van overgehaald werd, het waren de stokken die alle voorhuidjes en bekkens op hun flikker gaven, het was de drummer, hij was boos.

Net als de zanger/gitarist, die was ook boos. Aan z'n gitaar te zien was ie niet voor t eerst boos, die had al wat meegemaakt. Met de microfoon tot achter in z'n strot probeerde hij ons te vertellen waar hij boos op is, ik verstond er geen reet van maar het maakte niet uit de boodschap is aangekomen wat het ook is.

Het was was hard, strak, monotoom en lomp. Het was sick zo goed, het was niet normaal, het was Unsane......

donderdag 6 september 2007

Het is half 12 in de avond

ik stap op de fiets en besluit naar de stad te fietsen, naar 't cafe. De Lantaarns op straat branden en de lucht is nevelig. Net als 10 jaar geleden dat ik elke ochtend om kwart voor zeven op de fiets zat om naar de plek te gaan waar ik een paar maanden van mijn leven zou doorbrengen. Vijf, soms zes dagen in de week van 7 tot 4. Ik parkeer mijn fiets en loop naar de kantine om in te checken om mij vervolgens naar de afdeling te vergeven. Bolletjes planten in mazen van 10 bij 10, vier per maas.

Er brand geen licht en ik besef mij dat er niemand aanwezig is, dat ik op een andere fiets zit, dat ik 10 jaar ouder ben en padoes is het weer half 12 in de avond en ben ik op weg naar de stad, naar 't cafe. Onderweg bedenk ik mij hoe ik deze ervaring mooi kan verwoorden op papier.

In de stad aangekomen parkeer ik mijn fiets en loop naar 't cafe. Er brand licht. Gelukkig. Ik meld mij bij de barman en bestel een bier en pen en papier, om op papier mooi te verwoorden wat zich onderweg naar de stad, naar 't cafe, zich in mijn hoofd heeft afgespeeld.